Het arrest van het Europees Hof van de rechten van de mens van Straatsburg betreffende de zaak Osman dat de toepassing van artikel 2 van het EVRM leert dat de Staat verplicht is de burgers te beschermen door effectieve strafbepalingen in te voeren en een systeem te ontwikkelen van preventie, beteugeling en het opleggen van sancties bij schendingen (EVRM, Osman tegen het Verenigd Koninkrijk, Verzoekschrift 00023452/94, Arrest van 28 oktober 1998, geen schending artikel 2, Reports 1998-VIII; zie ook RW 2000-2001, blz. 677).
L'arrêt de la Cour européenne des droits de l'homme de Strasbourg relatif à l'affaire Osman et à l'application de l'article 2 de la CEDH, enseigne que l'État est obligé de protéger les citoyens en instituant des dispositions pénales effectives et en mettant au point un système de prévention et de répression, ainsi qu'en infligeant des sanctions en cas de violations (CEDH, Osman contre le Royaume-Uni, Requête 00023452/94, Arrêt du 28 octobre 1998, pas de violation de l'article 2, Recueil des arrêts et décisions, 1998-VIII; voir aussi «RW» 2000-2001, p. 677).