De w
etgever die in 1962 geen andere herstelwijze dan de plaats in de vorige staat te herstellen, had voorgeschreven, had de bedoeling dat de wet, dankzij de i
n het geding zijnde maatregel, geen dode letter zou blijven, te meer gelet op « dit voor
het prestige van de overheid schadelijke verzuim » (Parl. St., Senaat, 1969-1970, nr. 525, p. 66); hij wees op het specifieke karakter va
n de maatregel door ...[+++]vast te stellen :
Le législateur qui, en 1962, n'avait prévu d'autre mode de réparation que la remise en état des lieux, avait entendu que la loi, grâce à la mesure en cause, ne reste pas lettre morte, d'autant que « pareille carence [.] porte toujours atteinte au prestige de l'autorité publique » (Doc. parl., Sénat, 1969-1970, n° 525, p. 66); il avait souligné la spécificité de la mesure en constatant :