In het algemeen was men van oordeel dat door de decentralisatie van de uitvoering het EJGK aan betekenis had gewonnen, aangezien op deze wijze een heroriëntatie van de algemene doelstellingen alsook een aanpassing ervan aan de nationale context mogelijk werd gemaakt.
Le sentiment général était que la mise en œuvre décentralisée avait renforcé la pertinence de l’AEEC, en permettant une réorientation sur ses quatre objectifs généraux ainsi que l’adaptation de ces derniers au contexte national.