21. wijst erop dat onderzoek van de begrotingsuitvoering uitwijst dat voor 90 % van de toegewezen kredieten voor het begrotingsjaar vastleggingen zijn gedaan
en dat de algehele betalingsgraad 84 % bedroeg; stelt verder vast dat voor de beleidskredieten (titel III) de bestedingsgraad slechts 80% van de vastleggingskredieten voor
het begrotingsjaar bedroeg en dat een derde van de vastleggingen moest worden overgedragen; stelt vast dat van de naar het begrotingsjaar overgedragen vastleggingen meer dan 15 % moest worden geannuleerd; ve
...[+++]rzoekt Eurojust de kwaliteit van de programmering van de exploitatieuitgaven nog verder te verbeteren;
21. constate que l'exécution du budget fait apparaître que 90 % des crédits de l'exercice ont été engagés et que le taux de paiement a atteint 84 %; note, en outre, que le taux d'utilisation des crédits opérationnels (titre III) n'a atteint que 80 % des crédits d'engagement de l'exercice et qu'un tiers des engagements a dû être reporté; relève que plus de 15 % des engagements reportés de l'exercice ont été annulés; invite Eurojust à améliorer encore la planification des dépenses opérationnelles;