Rekening houdend met het feit dat er niet-gepersonaliseerde betaalinstrumenten bestaan, stelt het Hof vast dat onder het begrip „betaalinstrument” – zoals dit in de richtlijn is gedefinieerd – verschillende niet-gepersonaliseerde procedures kunnen vallen die tussen de gebruiker en de betalingsdienstaanbieder zijn overeengekomen en die worden toegepast bij het verrichten van betalingsopdrachten.
Compte tenu de l’existence d’instruments de paiement non personnalisés, la Cour constate que la notion d’instrument de paiement, telle qu’entendue par la directive, est susceptible de couvrir un ensemble de procédures non personnalisées convenues entre l’utilisateur et le prestataire de services de paiement et appliquées lors de la génération des ordres de paiement.