4. Aan voor de productie van levensmiddelen bestemde dieren mogen, in afwijking van artikel 11, leden 1 t/m 3, homeopathische geneesmiddelen worden toegediend indien de werkzame bestanddelen in Bijlage II van Verordening (EEG) nr. 2377/90 zijn opgenomen.
4. Des médicaments homéopathiques vétérinaires peuvent, par dérogation à l'article 11, paragraphes 1 à 3, être administrés à des animaux producteurs de denrées alimentaires si les principes actifs figurent à l'annexe II du règlement (CEE) n° 2377/90.