Traduction de «besluit van 15 maart 1984 ontvangen de loontrekkende militairen reeds » (Néerlandais → Français) :

In uitvoering van het koninklijk besluit van 15 maart 1984 ontvangen de loontrekkende militairen reeds vakantiegeld, met uitzondering van de militairen met onbepaald verlof. Het bedrag van dit vakantiegeld werd niet gewijzigd.
En exécution de l'arrêté royal du 15 mars 1984 les militaires salariés, à l'exception des militaires en congé illimité, reçoivent déjà un pécule de vacances, dont le montant n'a pas été modifié.

In uitvoering van het koninklijk besluit van 15 maart 1984 ontvangen de loontrekkende militairen reeds vakantiegeld, met uitzondering van de militairen met onbepaald verlof.
En exécution de l'arrêté royal du 15 mars 1984 les militaires salariés, à l'exception des militaires en congé illimité, reçoivent déjà un pécule de vacances, dont le montant n'a pas été modifié.

II. - Rechthebbenden Art. 2. § 1. De ontslagen bedienden, behalve om dringende reden, die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en tijdens de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016 58 jaar of ouder zijn ontvangen, voor zover zij op dat ogenblik recht verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen, een aanvullende vergoeding, zoals bedoeld in artikel 4, ten laste van de werkgever, voor zover zij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen en : a. ofwel minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990; b. ofwel gewerkt hebben in een zwaar beroep gedurende : - ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst; - ofwel gedurende minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.
II. - Bénéficiaires Art. 2. § 1. Les travailleurs licenciés, sauf ceux licenciés pour motif grave, qui, au moment de la cessation du contrat de travail et au cours de la période du 1 janvier 2015 au 31 décembre 2016 inclus, ont 58 ans ou plus, reçoivent, pour autant qu'ils obtiennent à ce moment le droit à des indemnités de chômage légales, une indemnité complémentaire, comme visée à l'article 4, à charge de l'employeur, à condition qu'ils puissent attester, au moment de la cessation du contrat de travail, d'un passé professionnel de 33 années en tant que salarié et : a. soit qu'ils ont été occupés pendant 20 années minimum dans un régime de travail visé à l'article 1 de la convention collective de travail n° 46 du 23 mars 1990, rendue généralement obligatoire par l'arrêté royal du 10 mai 1990; b. soit qu'ils ont exercé un métier lourd pendant : - soit au moins 5 années, calculées de date à date, au cours des 10 dernières années civiles, calculées de date à date, avant la fin du contrat de travail; - soit au moins 7 années, calculées de date à date, au cours des 15 dernières années civiles, calculées de date à date, avant la fin du contrat de travail.

1° het koninklijk besluit van 23 maart 1961 betreffende de toelage aan militairen die de opleiding tot parachutist hebben ontvangen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 februari 1970, 5 oktober 1972, 1 maart 1977, 11 juni 1981, 15 maart 1988, 21 maart 1991, 11 augustus 1994 en 22 november 1999;
1° l'arrêté royal du 23 mars 1961 relatif à l'allocation accordée aux militaires ayant reçu l'instruction de parachutiste, modifié par les arrêtés royaux des 10 février 1970, 5 octobre 1972, 1 mars 1977, 11 juin 1981, 15 mars 1988, 21 mars 1991, 11 août 1994 et 22 novembre 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1961 betreffende de toelage aan militairen die de opleiding tot parachutist hebben ontvangen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 februari 1970, 5 oktober 1972, 1 maart 1977, 11 juni 1981, 15 maart 1988, 21 maart 1991, 11 augustus 1994 en 22 november 1999;
Vu l'arrêté royal du 23 mars 1961 relatif à l'allocation accordée aux militaires ayant reçu l'instruction de parachutiste, modifié par les arrêtés royaux des 10 février 1970, 5 octobre 1972, 1 mars 1977, 11 juin 1981, 15 mars 1988, 21 mars 1991, 11 août 1994 et 22 novembre 1999;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland, inzonderheid op artikel 1ter, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 februari 1980, artikel 12, § 2, gewijzigd bij de ministeriele besluiten van 1 februari 1980 en 21 december 1990, artikel 12bis, § 3, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 14 april 1978 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 21 december 1984, tabellen 1, 2 en 3, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 26 mei 1992, tabel 4. a., gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 maart 1983, tabel 4. b., gewijzigd bij het ministerieel besluit van 5 mei 1982, tabel 5. a., gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 maart 1983, tabellen 5. b., 5. c. en 5. d., en tabellen 6 en 7, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 maart 1991;
Vu l'arrêté ministériel du 3 février 1975 pris en exécution de l'arrêté royal du 15 janvier 1962 fixant le régime d'indemnisation applicable aux militaires accomplissant des déplacements de service à l'extérieur du royaume, notamment l'article 1ter, modifié par l'arrêté ministériel du 1 février 1980, l'article 12, § 2, modifié par les arrêtés ministériels du 1 février 1980 et 21 décembre 1990, l'article 12bis, § 3, inséré par l'arrêté ministériel du 14 avril 1978 et modifié par l'arrêté ministériel du 21 décembre 1984, les tableaux 1, 2 et 3, modifiés par l'arrêté ministériel du 26 mai 1992, le tableau 4. a., modifié par l'arrêté ministériel du 14 mars 1983, le tableau 4. b., modifié par l'arrêté ministériel du 5 mai 1982, le tableau 5. a., modifié par l'arrêté ministériel du 14 mars 1983, les tableaux 5. b., 5. c. et 5. d., et les tableaux 6 et 7, modifiés par l'arrêté ministériel du 15 mars 1991;

Artikel 1. Artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 23 maart 1961 betreffende de toelage aan militairen die de opleiding tot parachutist hebben ontvangen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 juni 1981, 15 maart 1988, 21 maart 1991 en 11 augustus 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling :
Article 1. L'article 1, § 1, de l'arrêté royal du 23 mars 1961 relatif à l'allocation accordée aux militaires ayant reçu l'instruction de parachutiste, modifié par les arrêtés royaux des 11 juin 1981, 15 mars 1988, 21 mars 1991 et 11 août 1994, est remplacé par la disposition suivante :

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1961 betreffende de toelage aan militairen die een opleiding tot parachutist hebben ontvangen, inzonderheid op artikel 1, § 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 juni 1981, 15 maart 1988, 21 maart 1991 en 11 augustus 1994, artikel 3 en artikel 4;
Vu l'arrête royal du 23 mars 1961 relatif à l'allocation accordée aux militaires ayant reçu l'instruction de parachutiste, notamment l'article 1, § 1, modifié par les arrêtés royaux des 11 juin 1981, 15 mars 1988, 21 mars 1991 et 11 août 1994, l'article 3 et l'article 4;

Ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 maart 1984 ontvangen de loontrekkende militairen reeds vakantiegeld, met uizondering van de militairen met onbepaald verlof.
En exécution de l'arrêté royal du 15 mars 1984 les militaires salariés, à l'exception des militaires en congé illimité, reçoivent déjà un pécule de vacances, dont le montant n'a pas été modifié.