Er zij op gewezen dat de aanbestedende instantie, opdat ambtshalve maatregelen zouden mogen worden genomen, eerst het verstrijken van de in artikel 44, § 2, tweede lid,
van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 bedoelde
termijn moet afwachten (het betreft de termijn waarover de opdrac
htnemer beschikt om zijn verweermiddelen te d
oen gelden, termijn ...[+++]die (tenzij ervan wordt afgeweken) is bepaald op 15 kalenderdagen).
Il convient de souligner que, pour pouvoir recourir aux mesures d'office, l'autorité adjudicatrice doit d'abord attendre l'expiration du délai mentionné à l'article 44, § 2, alinéa 2, de l'arrêté royal du 14 janvier 2013 (il s'agit du délai dont dispose l'adjudicataire pour faire valoir ses moyens de défense, délai qui - sauf s'il y est dérogé - est fixé à 15 jours calendrier).