Art. 12. De persoon die na de inwerkingtreding van deze wet nog het leefloon geniet zonder dat dit gepaard gaat met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie en waarbij de beslissing tot het toekennen van dit leefloon werd genomen in de periode van zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet en voor zover de persoon voorafgaand aan deze beslissing tot het toekennen van het recht op maatschappelijke integratie drie maanden geen recht op maatschappelijke integratie heeft genoten, heeft recht op een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie.
Art. 12. La personne qui après l'entrée en vigueur de cette loi bénéficie encore du revenu d'intégration non assorti d'un projet individualisé d'intégration sociale pour lequel la décision de l'octroi du revenu d'intégration a été prise dans la période de six mois préalablement à l'entrée en vigueur de cette loi et pour autant que la personne n'a pas eu droit à l'intégration sociale pendant trois mois préalablement à cette décision d'octroi du droit à l'intégration sociale, a droit à un projet individualisé d'intégration.