Door aan de wetgevende macht de bevoegdheid te verlenen om met name de gevallen van vervolging vast te stellen, garandeert artikel 12, tweede lid, van de Grondwet aan elke burger dat geen enkele gedraging strafbaar zal worden gesteld dan krachtens een beslissing genomen door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering.
En attribuant au pouvoir législatif la compétence de déterminer, notamment, les cas de poursuites, l'article 12, alinéa 2, de la Constitution garantit à tout citoyen qu'aucun comportement ne sera pénalement punissable qu'en vertu d'une décision prise par une assemblée délibérante démocratiquement élue.