Als een nieuw doorstroomtraject wordt opgestart, kan de VDAB beslissen dat de gemandateerde dienstverlener de fase van het voortraject, vermeld in artikel 68, § 1, 1°, niet opnieuw hoeft uit te voeren.
Lorsqu'un nouveau parcours de transition est initié, le VDAB peut décider que le prestataire de services mandaté ne doit pas effectuer une nouvelle fois la phase de l'avant-trajet visé à l'article 68, § 1, 1°.