Naar luidt van de Overeenkomst kan een Staat uit eigen beweging informatie verstrekken wanneer hij over informatie beschikt omtrent hulpmiddelen of opbrengsten en hij van oordeel is dat het verstrekken van die informatie de ontvangende Staat van nut kan zijn voor het instellen van onderzoeken of op grond van deze overeenkomst die Staat ertoe zou kunnen brengen een verzoek tot samenwerking in te dienen (art. 10).
La convention permet la transmission spontanée d'informations, lorsqu'un État dispose d'informations relatives à des instruments ou des produits et qu'elle estime que la transmission permettrait à l'autre État de mener des investigations ou d'introduire une demande de coopération en vertu de la convention (art. 10).