Art. 3. Bij de uitoefening van de hierboven opgesomde bevoegdheden beschikt de Staatssecretaris over de door de Regering toegestane delegaties aan de Ministers, zoals bepaald in de artikelen 5 en 6, § 3, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering.
Art. 3. Dans l'exercice des compétences précédemment énumérées, le Secrétaire d'Etat dispose des attributions ministérielles déléguées par le Gouvernement, telles qu'elles sont définies dans les articles 5 et 6, § 3, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement du 18 juillet 2000 portant règlement de son fonctionnement et réglant la signature des actes du Gouvernement.