De door de beschermingsofficier verrichte vrijheidsbeneming mag nooit langer duren dan de tijd vereist door de omstandigheden die haar rechtvaardigen en mag in geen geval zes uur te boven gaan.
La privation de liberté effectuée par l'officier de protection ne peut jamais durer plus longtemps que le temps requis par les circonstances qui la justifient et ne peut en aucun cas dépasser six heures.