Vertaling van "beroepsverbod kan opleggen " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

beroepsverbod
interdiction professionnelle

beroepsverbod
interdiction d'activité | interdiction d'exercer une activité commerciale

opleggen
imposer

een tuchtstraf opleggen
infliger une peine disciplinaire

dwangsommen opleggen
infliger des astreintes

hoge eisen voor het onderhoud van collecties opleggen
établir des normes strictes pour la prise en charge de collections

sancties opleggen
infliger des sanctions

boetes opleggen | boetes uitschrijven
infliger des amendes

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

De artikelen 1, 1bis en 3bis, § 2, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 omschrijven inderdaad de gevallen waarin de bevoegde rechter een beroepsverbod kan opleggen.
Les articles 1 , 1 bis et 3bis, § 2, de l'arrêté royal nº 22 précité du 24 octobre 1934 définissent, en effet, les cas dans lesquels le juge compétent peut imposer une interdiction professionnelle.

De artikelen 1, 1bis en 3bis, § 2, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 omschrijven inderdaad de gevallen waarin de bevoegde rechter een beroepsverbod kan opleggen.
Les articles 1 , 1 bis et 3bis, § 2, de l'arrêté royal précité nº 22 du 24 octobre 1934 définissent, en effet, les cas dans lesquels le juge compétent peut imposer une interdiction professionnelle.

De artikelen 1, 1bis en 3bis, § 2, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 omschrijven inderdaad de gevallen waarin de bevoegde rechter een beroepsverbod kan opleggen.
Les articles 1 , 1 bis et 3bis, § 2, de l'arrêté royal nº 22 précité du 24 octobre 1934 définissent en effet les cas dans lesquels le juge compétent peut imposer une interdiction professionnelle.

De artikelen 1, 1bis en 3bis, § 2, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 omschrijven inderdaad de gevallen waarin de bevoegde rechter een beroepsverbod kan opleggen.
Les articles 1, 1bis et 3bis, § 2, de l'arrêté royal précité n° 22 du 24 octobre 1934 définissent, en effet, les cas dans lesquels le juge compétent peut imposer une interdiction professionnelle.

2. « of art. 2 § 1, 1° en 2° van het KB van 03 april 1953 tot samenordening van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, en de art. 36 § 1 en 37 § 3 van hetzelfde KB en art. 11 § 2 en de artt. 26 § 1 en 27 § 5 van de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht, in die zin dat zij een beroepsverbod of ontzegging opleggen om deel te nemen aan de uitbating van een slijterij van gegiste dranken en/of te laten deelnemen aan de uitbating van een slijterij van gegiste dranken en/of te laten deelnemen aan de uitbating van een slijterij van gegiste dranken of een drankgelegenheid voor ter plaatse te verbruiken sterke dranken, de artt. 10 en 11 van de Grondwet schenden in zoverre zij automatische en niet in de tijd beperkte beroepsverboden instellen, of minstens de internationaal gegarandeerde vrijelijke keuze van arbeid en recht op arbeid voor onbepaalde duur, levenslang, ontzeggen ».
2. « si l'article 2, § 1, 1° et 2°, de l'arrêté royal du 3 avril 1953 coordonnant les dispositions légales concernant les débits de boissons fermentées et l'article 36, § 1, et l'article 37, § 3, du même arreté royal, et l'article 11, § 2, et les articles 26, § 1, et 27, § 5, de la loi du 28 décembre 1983 sur le débit de boissons spiritueuses et sur la taxe de patente, en ce sens qu'ils instaurent une interdiction professionnelle ou une privation du droit de participer à l'exploitation d'un débit de boissons fermentées et/ou de laisser une personne participer à l'exploitation d'un débit de boissons fermentées et/ou de laisser une personne participer à l'exploitation d'un débit de boissons fermentées ou d'un débit de boissons fermentées à consommer sur place, violent les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'ils instaurent des interdictions professionnelles automatiques et illimitées dans le temps, ou à tout le moins une privation à durée indéterminée, à vie, du libre choix d'un travail et du droit au travail, garantis sur le plan international ».

2. « of artikel 2, § 1, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 3 april 1953 tot samenordening van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, en de artikelen 36, § 1, en 37, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit en artikel 11, § 2, en de artikelen 26, § 1, en 27, § 5, van de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht, in die zin dat zij een beroepsverbod of ontzegging opleggen om deel te nemen aan de uitbating van een slijterij van gegiste dranken en/of te laten deelnemen aan de uitbating van een slijterij van gegiste dranken en/of te laten deelnemen aan de uitbating van een slijterij van gegiste dranken of een drankgelegenheid voor ter plaatse te verbruiken sterke dranken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden in zoverre zij automatische en niet in de tijd beperkte beroepsverboden instellen, of minstens de internationaal gegarandeerde vrijelijke keuze van arbeid en recht op arbeid voor onbepaalde duur, levenslang, ontzeggen ».
2. « si l'article 2, § 1, 1° et 2°, de l'arrêté royal du 3 avril 1953 coordonnant les dispositions légales concernant les débits de boissons fermentées et l'article 36, § 1, et l'article 37, § 3, du même arrêté royal, et l'article 11, § 2, et les articles 26, § 1, et 27, § 5, de la loi du 28 décembre 1983 sur le débit de boissons spiritueuses et sur la taxe de patente, en ce sens qu'ils instaurent une interdiction professionnelle ou une privation du droit de participer à l'exploitation d'un débit de boissons fermentées et/ou de laisser une personne participer à l'exploitation d'un débit de boissons fermentées et/ou de laisser une personne participer à l'exploitation d'un débit de boissons fermentées ou d'un débit de boissons fermentées à consommer sur place, violent les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'ils instaurent des interdictions professionnelles automatiques et illimitées dans le temps, ou à tout le moins une privation à durée indéterminée, à vie, de la liberté de travail et du droit au travail, garantis sur le plan international ».

Op grond van artikel 3bis kan de rechtbank van koophandel een beroepsverbod opleggen aan gefailleerden of daarmee gelijkgestelde personen die een kennelijke grove fout hebben begaan die heeft bijgedragen tot het faillissement.
Le tribunal de commerce peut, en vertu de l'article 3bis, imposer une interdiction professionnelle aux faillis ou aux personnes assimilées au failli ayant commis une faute grave et caractérisée qui a contribué à la faillite.

Artikel 3bis, §4, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en aan de gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, bepaalt dat de rechter een beroepsverbod moet opleggen tot een minimum van drie jaar.
L'article 3bis, paragraphe 4, de l'arrêté royal nº 22 du 24 octobre 1934 portant interdiction à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités dispose que la durée de l'interdiction est fixée par le tribunal et ne peut être inférieure à trois ans.