Art. 5. Wanneer een schoolinrichting deelneemt aan een project dat door Europese fondsen wordt medegefinancierd en dat niet wordt ingediend door het alternerend secundair onderwijs, het gespecialiseerd secundair onderwijs of het technisch secundair en beroepssecundair onderwijs, keurt de minister, na het advies van het coördinatie- en beheerscentrum te hebben ingewonnen, elke aanvraag om verhoging van het overheidsaandeel dat door de schoolinrichting in dat project wordt geleverd, goed.
Art. 5. Lorsqu'un établissement scolaire participe à un projet cofinancé par des fonds européens dont l'enseignement secondaire en alternance, l'enseignement secondaire spécialisé ou l'enseignement secondaire technique et professionnel de plein exercice n'est pas promoteur, le ministre approuve, après avoir pris l'avis du centre de coordination et de gestion, toute demande de valorisation de la part publique apportée par l'établissement scolaire dans ledit projet.