1. a) In welke mate kan op activabestanddelen die ingevolge factuur en betaling in principe juridis
ch eigendom zijn en blijven van de rechtspersoon een fiscale waardevermindering worden aangenomen in de zin van de artikelen 49, eerste lid, 52, 6°, 61, eerste lid, en 183 van het Wetboek van de inkomstenb
elastingen 1992? b) Moeten inzake vennootschaps
belasting eventuele niet-beroepsmatige afschrijvingen én mogelijke afschrijvingsexce
...[+++]denten wegens overdreven afschrijving respectievelijk als een «verworpen uitgave» en als een «reservebestanddeel» worden aangemerkt?
1. a) Dans quelle mesure une dépréciation fiscale au sens des articles 49, premier alinéa, 52, 6°, 61, premier alinéa, et 183 du Code des impôts sur les revenus 1992 peut-elle être admise pour des éléments d'actifs qui, à la suite d'une facturation et d'un paiement, sont et demeurent en principe, juridiquement, la propriété de la personne morale? b) D'éventuels amortissements non professionnels et d'éventuels excédents d'amortissement pour cause d'amortissement excessif doivent-ils, en matière d'impôt sur les sociétés, être considérés respectivement comme une «dépense rejetée» et comme un «élément de réserve»?