Art. 11. De voogd mag noch van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken, noch van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, noch van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen richtlijnen krijgen betreffende de voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, onverminderd artikel 2, derde lid.
Art. 11. Le tuteur ne peut recevoir de directives relatives à la tutelle des mineurs étrangers non accompagnés, du Service public fédéral Intérieur - Direction générale de l'Office des Etrangers, du Commissariat général aux Réfugiés et aux Apatrides, et de la Commission permanente de Recours des Réfugiés, sans préjudice de l'article 2, alinéa 3.