In de zaak nr. 4190 voeren de verzoekende partijen een eerste middel aan tegen hetzelfde artikel 154, in zoverre het een artikel 39/57, eerste lid, in de wet van 15 december 1980 invoegt. Het middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11 en 191 van
de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, die het recht op een eerli
jk proces en op een daadwerkelijk beroep waarborgen, en met het algemeen grondwettelijk beginsel van het daadwerkel
ijk karakt ...[+++]er van de beroepen.
Dans l'affaire n° 4190, les parties requérantes formulent contre le même article 154, en ce qu'il insère un article 39/57, alinéa 1, dans la loi du 15 décembre 1980, un premier moyen, pris de la violation des articles 10, 11 et 191 de la Constitution, combinés ou non avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme qui garantissent le droit à un procès équitable et à un recours effectif, ainsi qu'avec le principe constitutionnel général d'effectivité des recours.