Art. 18. - Onverminderd de bepalingen van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en van hoofdstuk I van titel I van boek II van het Waalse Wetb
oek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium ontstaan de verplichtingen bedoeld in artikel 16 te allen tijde, op beslissing van de bevoegde overheid, die melding maakt van ernstige aanwijzigen dat er een bodemverontreiniging de gr
enswaarden of de te bereiken bijzondere waarden overschrijdt of dreigt te overschrijden dan wel dat een niet toegelaten aanwezigheid
...[+++] van afvalstoffen vastgesteld wordt, en waarbij aangegeven wordt in welke hoedanigheid degene die verplichtingen heeft, aangewezen wordt.
Art. 18. - Sans préjudice des dispositions du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement et du chapitre Ier du titre Ier du livre II du CWATUP, les obligations visées à l'article 16 naissent à tout moment, sur décision de l'autorité compétente, qui mentionne les indications sérieuses qu'une pollution du sol dépasse ou risque de dépasser les valeurs seuil ou les valeurs particulières à atteindre, ou une présence non autorisée de déchets, et qui précise en quelle qualité le débiteur est désigné.