c) indien de lidstaat ten genoegen van de Commissie kan bewijzen dat hij beschikt over niet opgeëiste herbeplantingsrechten die nog geldig zouden zijn indien daarvoor een verzoek was ingediend, mogen die rechten worden gebruikt en toegewezen aan producenten voor een oppervlakte die, uitgedrukt in uitsluitend met wijnstokken beplante cultuurgrond, gelijkwaardig is; en/of
c) lorsque l'État membre peut prouver (à la satisfaction de la Commission) qu'il a des droits de replantation non revendiqués qui seraient encore valables si la demande en avait été faite; ces droits peuvent être utilisés et réattribués aux producteurs pour une superficie équivalente en culture pure;