Deze laatste beperkt zich derhalve tot het bevestigen van het regime van de richtlijn (vrijstelling van de inhouding aan de bron op de dividenden bepaald in artikel 10, lid 2, b, en de vrijstelling op de voorwaarden van het intern recht in de woonplaatsstaat van de moederonderneming, bepaald in artikel 23).
Cette dernière se borne, dès lors, à confirmer le régime de la directive (exemption de la retenue à la source sur les dividendes prévue à l'article 10, paragraphe 2, b) et exemption dans les conditions du droit interne dans l'État de résidence de la société mère prévue à l'article 23).