Art. 10. In de bijlage IV, B, B.1., van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2011 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 september 2013, dat vernietigd is bij het arrest nr. 226.735 van de Raad van State, worden tussen het derde en het vierde lid twee leden ingevoegd, luidende : « Indien bij het eerste serologische o
nderzoek één of een beperkt aantal runderen een positief of niet interpreteerbaar resultaat vertoont bij de detectie van antilichamen gericht tegen het glycoproteïne E, kan dit
eerste serologisch onderzoek ...[+++] als geldig worden aanvaard op voorwaarde dat alle betrokken runderen zo spoedig mogelijk worden verwijderd, ten laatste twee maanden na het uitvoeren van het eerste serologisch onderzoek, en er bovendien bijkomende maatregelen worden genomen met het oog op het verhogen van de bioveiligheid van het beslag.Art. 10. Dans l'annexe IV, B, B.1., du même arrêté, remplacée par l'arrêté royal du 16 février 2011 et modifiée par l'arrêté royal du 16 septembre 2013, qui a été annulé par l'arrêt n° 226.735 du Conseil d'Etat, sont insérés, entre les alinéas 3 et 4, deux alinéas rédigés comme suit : « Si au cours du premi
er bilan sérologique, un ou un nombre limité de bovins présentent des résultats positifs ou non interprétables pour les anticorps dirigés contre la glycoprotéine E, ce premier bilan peut être considéré valide à condition que les animaux concernés soient éliminés le plus rapidement possible, au plus tard deux mois après le premier bila
...[+++]n sérologique, et que des mesures particulières soient prises en vue d'augmenter la biosécurité du troupeau.