De verwerende partijen in het bodemgeschil wijzen nog erop dat de wetgever over andere, minder ingrijpende middelen beschikt om het doel te bereiken dat hij met de in het geding zijnde bepaling nastreeft, namelijk het aanvullen of verstrengen van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.
Les parties défenderesses dans l'instance principale soulignent encore que le législateur disposait d'autres moyens, moins radicaux, pour atteindre l'objectif que poursuit la disposition en cause, à savoir qu'il aurait pu compléter ou rendre plus sévère la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l'information et la protection du consommateur.