Traduction de «bepaling moet samen » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

indien een hoofddwarsschot van een nis is voorzien, dan wel trapsgewijze verspringt, moet het, ter bepaling van de waterdichte indeling, door een denkbeeldig gelijkwaardig vlak schot worden vervangen
lorsqu'une cloison transversale principale présente une niche ou une baïonnette, on la remplace, dans la détermination du cloisonnement, par une cloison plane équivalente

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Deze bepaling moet samen worden gelezen met artikel 33, krachtens welk de Centrale Autoriteit erop moet toezien dat passende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat de bepalingen van het Verdrag niet zouden worden nageleefd of kennelijk niet zouden worden nageleefd.
Cette disposition est à rapprocher de l'article 33 qui impose à l'Autorité centrale la responsabilité de veiller à ce que les mesures utiles soient prises pour empêcher que les dispositions de la Convention soient méconnues ou risquent manifestement de l'être.

Deze bepaling moet samen met de nieuwe artikelen 69bis en 324quater van het Strafwetboek worden gelezen.
Cette disposition doit être lue conjointement avec les nouveaux articles 69bis et 324quater du Code pénal.

Deze bepaling moet samen gelezen worden met het nieuwe artikel 20, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd bij deze wet (amendement nr. 105).
Cette disposition est à mettre en relation avec le nouvel article 20, § 2, de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises tel que modifié par la présente loi (amendement nº 105).

119. Met zijn vierde tot en met zesde vraag, die samen moeten worden onderzocht, wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 108, lid 3, VWEU aldus moet worden uitgelegd dat het zich verzet tegen de tenuitvoerlegging van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde garantieregeling en voorts of het besluit van 3 juli 2014 in strijd is met die bepaling, voor zover het gaat om de datum waarop volgens de Commissie de door haar vastgestelde staatssteun ten uitvoer is gelegd.
119. Par ses quatrième à sixième questions, qu'il convient d'examiner ensemble, la juridiction de renvoi demande, en substance, d'une part, si l'article 108, paragraphe 3, TFUE doit être interprété en ce sens qu'il s'opposait à la mise à exécution du régime de garantie en cause au principal et, d'autre part, si la décision du 3 juillet 2014 contrevient à cette disposition en ce qui concerne la date à laquelle la Commission considère que l'aide d'Etat qu'elle constate a été mise à exécution.

41. is van mening dat iedere koolstofarme energiebron die kan bijdragen tot de energiezekerheid van de Unie, in aanmerking moet worden genomen en moet worden ontwikkeld met volledige inachtneming van de EU-doelstellingen voor het koolstofarm maken van de economie en de streefcijfers voor 2030 om de Europese klimaatdoelstelling van twee graden te halen, alsook van het milieu- en mededingingsbeleid van de EU; verzoekt de Commissie om een beoordeling van de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2009/28/EG, en met name de bepaling van artikel 13, lid 4, die de lidstaten de mogelijkheid biedt om te eisen dat in nieuwe gebouwen en bestaande gebouwen die ingrijpend worden gerenoveerd minimumniveaus van energie uit hernieuwbare bronnen worden gebruikt; is van mening dat subsidies voor conventionele bronnen en de niet-internalisering van externe kosten de markt verstoren en verzoekt de Commissie derhalve te zorgen voor een gelijk speelveld en om prestatienormen voor CO2-uitstoot in te voeren, samen met normen inzake energieprestaties voor nieuwe en bestaande kolen- en kerncentrales, om een duidelijk investeringssignaal af te geven voor duurzame investeringen, alsook voor de geleidelijke afschaffing van de meest verontreinigende en gevaarlijke vormen van elektriciteitsopwekking;
41. estime que toute source d'énergie à faible intensité de carbone susceptible de contribuer à la sécurité énergétique de l'Union doit être prise en considération et développée dans le respect absolu des objectifs de décarbonisation à long terme de l'Union et des objectifs pour 2030 en vue d'atteindre l'objectif climatique de l'Europe de limitation à 2 °C de la hausse des températures et de respecter la législation de l'Union en matière d'environnement et de concurrence; invite la Commission à évaluer la mise en œuvre de la directive 2009/28/CE et notamment son article 13, paragraphe 4, permettant aux États membres d'imposer l'application de niveaux minimaux d’énergie provenant de sources renouvelables dans les bâtiments neufs et dans les bâtiments qui font l’objet de travaux de rénovation importants; estime que les subventions en faveur des sources traditionnelles et la non-internalisation des externalités faussent le marché; demande dès lors à la Commission de garantir des conditions équitables et d'introduire des normes de performance pour les émissions de CO2 parallèlement aux normes de performance énergétique pour les centrales à charbon et centrales nucléaires neuves et existantes, afin d'envoyer un signal clair pour l'investissement durable, ainsi que l'abandon progressif des formes les plus polluantes et les plus dangereuses de production d'électricité;

15. wijst erop dat het nieuwe Europese interparlementaire stelsel nog vaste vorm moet krijgen en van een op consensus gerichte aanpak moet getuigen, overeenkomstig Titel II, artikel 9 van Protocol nr. 1 bij het Verdrag van Lissabon, volgens welke bepaling het Europees Parlement en de nationale parlementen samen moeten bepalen hoe binnen de Unie een efficiënte en regelmatige samenwerking tussen de verschillende parlementen kan worden georganiseerd en gestimuleerd, ofschoon het nog te vroeg is voor pogingen om een gemeenschappelijk kader voor interparlementaire samenwerking te bedenken;
15. rappelle que le système interparlementaire original de l'Union européenne est encore en cours de développement et doit traduire une approche fondée sur le consensus, conformément au titre II, article 9, du protocole n° 1 au traité de Lisbonne, en vertu duquel le Parlement européen et les parlements nationaux sont tenus de définir ensemble, par voie de consensus, l'organisation et la promotion de la coopération interparlementaire au sein de l'Union, même si toute tentative visant à concevoir un cadre commun de coopération interparlementaire est encore prématurée;

F. overwegende dat zowel de BNP als de Awami Liga door de jaren heen tegenstrijdige en veranderende ideeën hebben gehad over de verdienste van een overgangsregering, terwijl het hooggerechtshof in mei 2011 heeft verklaard dat de vijftien jaar oude grondwettelijke bepaling dat een gekozen regering aan het einde van haar termijn de macht moet overdragen aan een aangewezen politiek neutraal overgangsbestuur, dat toezicht houdt op nieuwe parlementsverkiezingen, onwettig is; overwegende dat het hooggerechtshof tegelijkertijd oordeelde dat het ongeldig verklaarde systeem nog twee parlementaire zittingsperioden mocht worden toegepast omwille van „de veiligheid van de staat en het volk”; overwegende dat het systeem in 2007-2008 door de laatste door het leger gesteunde overgangsregering in diskrediet is gebracht, toen deze bijna twee jaar lang weigerde verkiezingen te houden en de leiders van de twee voornaamste partijen, Sheikh Hasina en Begum Khaleda Zia (samen met haar zoon Tarique Rahman), liet opsluiten;
F. considérant qu'au cours de leur existence, tant le BNP que l'Awami League ont épousé des vues contradictoires et changeantes sur les mérites d'un gouvernement d'intérim, tandis qu'en mai 2011, la cour suprême déclarait illégale la disposition constitutionnelle, en vigueur depuis 15 ans, selon laquelle un gouvernement élu devait, à l'expiration de son mandat, transférer ses pouvoirs à un gouvernement d'intérim nommé et non partisan, chargé de surveiller le déroulement des élections législatives; considérant, toutefois, que la cour suprême a affirmé qu'il pouvait être fait appel à ce système pour les deux mandats législatifs à venir, au nom de la sécurité de l'État et des citoyens; considérant que le système a été discrédité par le dernier gouvernement d'intérim de 2007-2008, qui, bénéficiant d'un soutien militaire, a refusé pendant près de deux ans d'organiser des élections et a envoyé Sheikh Hasina et Begum Khaleda Zia (ainsi que Tarique Rahman, fils de cette dernière), chefs des deux principaux partis, en prison;