3. Op basis van de in lid 1 bedoelde evaluatie bepalen de bevoegde autoriteiten of de door de kredietinstellingen ingevoerde regelingen, strategieën, procedures en mechanismen en het eigen vermogen dat door deze instellingen wordt aangehouden, een degelijk beheer en een solide dekking van hun risico´s waarborgen.
3. Sur la base du contrôle et de l'évaluation visés au paragraphe 1, les autorités compétentes déterminent si les dispositions, stratégies, procédures et mécanismes mis en œuvre par les établissements de crédit et les fonds propres qu'ils détiennent assurent une gestion et une couverture adéquates de leurs risques.