Artikel 211, § 1, derde lid, van dezelfde wet, belast de Koning ermee om, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de voorwaarden te bepalen waar aan de beroepsorganisaties van de geneesheren moeten voldoen om als representatief erkend te worden, en om voor elk orgaan de verhouding van de algemeen-geneeskundigen en de geneesheren-specialisten te bepalen, rekening houdend met de opdracht van het orgaan in kwestie.
L'article 211, § 1, alinéa 3, de la même loi confie au Roi le soin de fixer, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, les conditions auxquelles doivent répondre les organisations professionnelles des médecins pour être reconnues comme représentatives, et de déterminer, pour chaque organe, la proportion entre médecins généralistes et médecins spécialistes, compte tenu de la mission de l'organe en question.