Zij voeren aan dat, indien de wetgever zou beslissen de duur van het mandaat van de leden van de organen van de andere beroepsorden te verlengen, hij de personen van de tweede categorie niet het recht zou ontnemen om de leden van de organen van de Orde die in functie zijn bij de inwerkingtreding van een dergelijke hervorming, binnen de bepaalde termijn te vervangen, of op zijn minst de aantasting van dat recht zou verantwoorden.
Ils allèguent que, si le législateur décidait de prolonger la durée du mandat des membres des organes des autres ordres professionnels, il ne priverait pas les personnes de la deuxième catégorie du droit de remplacer, dans le délai prévu, les membres des organes de l'Ordre en fonction lors de l'entrée en vigueur d'une telle réforme, ou à tout le moins, justifierait l'atteinte à ce droit.