10. erkent dat de Commissie bepaalde discretionaire bevoegdheden heeft met betrekking tot het beheer van klachten en inbreukprocedures, met name ten aanzien van het aanhangig maken van zaken bij het Hof van Justitie, maar wijst erop dat artikel 226 van het EG-Verdrag bepaalt dat de Commissie de precontentieuze fase moet starten als zij van oordeel is dat een lidstaat een van de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen;
10. reconnaît que la Commission dispose de certains pouvoirs discrétionnaires en ce qui concerne la gestion des plaintes et des procédures d'infraction, en particulier lorsqu'il s'agit de saisir la Cour de justice d'une affaire, mais souligne que l'article 226 du traité CE dispose que le rôle de la Commission est d'engager la phase précontentieuse si elle estime qu'un État membre a manqué à une des obligations qui lui incombent en vertu du traité;