24. onderstreept met nadruk dat het mobiliteits-, bevorderings- en beoordelingsbeleid een coherent geheel moet vormen; staat erop dat bevorderingen, met name die va
n A1- en A2-rangen, strikt op vakprestaties, persoonlijke geschiktheid en managementcapaciteiten moeten berusten; verwacht dat de secretaris-generaal vóór 31 maart 2000 een verslag voorlegt over de coherente omzetting van het mobiliteits-, bevorderings- en beoordelingsbeleid; verwacht met name dat op het terrein van het beoordelingsbeleid ook wordt ingegaan op de scholing van degenen
die beoordelen, de beoordelingscriteria ...[+++] en de mogelijkheden van de ambtenaren om degenen die hen beoordelen hunnerzijds te evalueren; 24. souligne expressément que les politiques de mobilité, de promotion et d'évaluation doivent constituer un tout cohérent; insiste pour que les promotions, en particulier aux grades A1 et A2, reposent strictement sur des résultats professionnels ainsi que sur des capacités personnelles et de gestion; attend de son Secrétaire général qu'il présente, d'ici le 31 mars 2000, un rapport sur la mise en œuvre cohérente des politiques de mobilité, de promotion et d'évaluation; attend en particulier, en ce qui concerne la politique d'évaluation, que la question de la formation des notateurs, des critères d'évaluation ainsi que des possibilités qu'ont les fonctionnaires d'évaluer à leur t
our leurs notateurs ...[+++]soit également abordée;