2. Wanneer de verificateur tijdens de bemonstering een non-conformiteit of onjuistheid vaststelt, verzoekt hij de exploitant of vliegtuigexploitant de belangrijkste oorzaken van die non-conformiteit of onjuistheid te verklaren, zodat hij de impact van de non-conformiteit of onjuistheid op de ingediende gegevens kan beoordelen.
2. Si, lors de l’échantillonnage, le vérificateur constate une irrégularité ou une inexactitude, il demande à l’exploitant ou à l’exploitant d’aéronef de lui expliquer les principales causes de l’irrégularité ou de l’inexactitude, afin d’en évaluer l’incidence sur les données communiquées.