De verzoekende partijen in de zaak nr. 1720 betogen in hun memorie van antwoord, wat het criterium van het gewicht voor het bepalen van de rechten ten laste van grensinspectiepostaanbieders betreft, dat bij beslissing 6325/88 van 6 juni 1988 van de Europese Commissie aan België werd meegedeeld dat het een Lid-Staat is toegestaan keur- en controlerechten op te leggen aan ondernemingen die afnemers zijn van slachthuizen, uitsnijderijen en koelinrichtingen, voor zover de omvang van die rechten overeenstemt met de werkelijke kostprijs van prestaties.
Les parties requérantes dans l'affaire n° 1720 soutiennent, dans leur mémoire en réponse, en ce qui concerne le critère du poids utilisé pour déterminer les droits mis à charge des présentateurs aux postes d'inspection frontaliers, qu'il a été communiqué à la Belgique, par décision 6325/88 du 6 juin 1988 de la Commission européenne, qu'un Etat membre est autorisé à imposer des droits d'inspection et de contrôle aux entreprises situées en aval des abattoirs, des ateliers de découpe et des installations frigorifiques, pour autant que le montant de ces droits corresponde au coût réel des prestations.