Artikel 2 van het Benelux-verdrag blijft van toepassing tussen Nederland, het Groothertogdom Luxemburg en België omdat erin is bepaald dat tot uitlevering zullen kunnen leiden, de feiten die krachtens de wetten van de verzoekende Partij en de aangezochte Partij strafbaar zijn gesteld met een vrijheidsstraf of met een maatregel welke vrijheidsbeneming meebrengt, met een maximum van ten minste zes maanden. In artikel 2 van deze Overeenkomst is het maximum evenwel op ten minste twaalf maanden gesteld, wat het recht van de aangezochte Staat betreft.
Par exemple, l'article 2 du Traité Benelux restera en application entre les Pays-Bas, le Grand-Duché du Luxembourg et la Belgique en ce qu'il prévoit que donnent lieu à extradition des faits punissables au regard de la loi de l'État requis et de la loi de l'État requérant d'une peine privative de liberté ou d'une mesure de sûreté d'un maximum d'au moins six mois; alors que l'article 2 de la Convention fixe ce maximum à un an quant à la loi de l'État requérant.