Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "belgië moet bevinden " (Nederlands → Frans) :

Art. XX. 204. Wanneer een insolventiefunctionaris in een in een andere lidstaat geopende hoofdinsolventieprocedure in verband met de goederen die zich in België bevinden een unilaterale toezegging wil doen overeenkomstig artikel 36 van de Insolventieverordening, moet die toezegging worden vermeld in een geschreven document waarvan een behoorlijk geauthentiseerd exemplaar wordt neergelegd in het register.

Art. XX. 204. Lorsqu'un praticien de l'insolvabilité d'une procédure d'insolvabilité principale ouverte dans un autre Etat membre souhaite prendre un engagement unilatéral conformément à l'article 36 du Règlement sur l'insolvabilité en ce qui concerne les actifs se trouvant en Belgique, cet engagement devra être consigné dans un document écrit dont un exemplaire authentifié sera déposée dans le registre.


Art. XX. 221. De schuldeiser die, nadat een procedure in het buitenland, is geopend, door ongeacht welk middel, met name door uitvoerende maatregelen, geheel of gedeeltelijk wordt voldaan uit goederen van een schuldenaar die zich op het Belgisch grondgebied bevinden, moet hetgeen hij heeft verkregen van de buitenlandse insolventiefunctionaris teruggeven, op voorwaarde dat de buitenlandse procedure in België erkend is of erkend kan worden op grond van artikel 121 van het Wetboek van internati ...[+++]

Art. XX. 221. Le créancier qui, après l'ouverture d'une procédure dans un autre pays étranger, obtient par tout moyen, notamment par des voies d'exécution, satisfaction totale ou partielle en ce qui concerne sa créance sur des biens du débiteur qui se trouvent sur le territoire belge, doit restituer ce qu'il a reçu du praticien de l'insolvabilité, à condition que la procédure soit reconnue en Belgique ou puisse être reconnue en vertu de l'article 121 du Code de droit international privé.


Bovendien lijkt het advies van de afdeling wetgeving geen rekening te houden met het feit dat elke partij, uitgezonderd een overheidsinstantie, een woonplaats in België moet kiezen in toepassing van artikel 84, § 2, van het APR, en dat de buitenlandse advocaat die een private persoon verdedigt, in België verplicht een tussenpersoon moet hebben, bij wie hij woonplaatskeuze heeft gedaan en waar zich normaliter een persoon met een in België uitgereikte identiteitskaart moet bevinden.

En outre, l'avis de la section de législation ne semble pas tenir compte de ce que toute partie autre qu'une administration publique doit élire domicile en Belgique en application de l'article 84, § 2, du RGP, et que l'avocat étranger qui défend une personne privée doit nécessairement avoir en Belgique un relais chez qui il est fait élection de domicile et où il doit normalement se trouver l'une ou l'autre personne porteuse d'une carte d'identité délivrée en Belgique.


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 18 december 2014 in zake Mr. F. Van Vlaenderen, handelend in zijn hoedanigheid van voogd van N.Y., tegen Famifed (voorheen de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers), waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 januari 2015, heeft de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van een gewaarborgde gezinsbijslag de artikelen 10 en 11 van de Grond ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût et T. Giet, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le juge A. Alen, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 18 décembre 2014 en cause de Me F. Van Vlaenderen, agissant en qualité de tuteur de N.Y., contre Famifed (antérieurement : Office national d'allocations familiales pour travailleurs salariés), dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 12 janvier 2015, le Tribunal du travail de Gand, division Gand, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 1 de la loi du 20 jui ...[+++]


Zo moet de dossierbeheerder, wanneer het kinderbijslagfonds verneemt dat een kind niet in België verblijft, om een dringende controle door de dienst Sociaal Toezicht vragen om op die manier zoveel mogelijk informatie te verzamelen om te kunnen vaststellen welke kinderen zich niet meer in België bevinden en/of vanaf wanneer zij België verlaten hebben.

Ainsi, lorsque la caisse d'allocations familiales est informée de l'absence du territoire belge d'un enfant, le gestionnaire de dossier doit demander l'intervention urgente du service du contrôle social de manière à ce que soit rassemblé le maximum d'informations permettant de déterminer quels enfants ne sont plus sur le territoire belge et/ou le moment à partir duquel il(s) a(ont) quitté le territoire belge.


a) in de binnenvaart, het vaartuig dat niet voldoet aan de vereisten die worden gesteld door het besluit van de Regent van 6 juli 1948 (artikel 5) en zoals het door latere besluiten is gewijzigd, inzake de minimumbemanning die zich aan boord van binnenschepen moet bevinden en dit voor de scheepsprestaties in België, Nederland en Frankrijk;

a) dans la navigation intérieure, le bateau ne satisfaisant pas aux exigences prévues par l'arrêté du Régent du 6 juillet 1948 (article 5) relatif à l'équipage minimum devant se trouver à bord des bateaux de navigation intérieure et ce pour le service de navigation en Belgique, aux Pays-Bas et en France tel qu'il a été modifié ultérieurement par d'autres arrêtés;


a) in de binnenvaart, het vaartuig dat niet voldoet aan de vereisten die worden gesteld door het besluit van de Regent van 6 juli 1948 (artikel 5) en zoals het door latere besluiten is gewijzigd, inzake de minimumbemanning die zich aan boord van binnenschepen moet bevinden en dit voor de scheepsprestaties in België, Nederland en Frankrijk;

a) dans la navigation intérieure, le bateau ne satisfaisant pas aux exigences prévues par l'arrêté du Régent du 6 juillet 1948 (article 5) relatif à l'équipage minimum devant se trouver à bord des bateaux de navigation intérieure et ce pour le service de navigation en Belgique, aux Pays-Bas et en France tel qu'il a été modifié ultérieurement par d'autres arrêtés;


Wanneer de in artikel 10, § 1, 4° tot 6°, bedoelde familieleden van een vreemdeling die gemachtigd werd in België te verblijven voor een beperkte duur ingevolge deze wet of ingevolge de bijzondere omstandigheden eigen aan de betrokkene of ingevolge de aard of de duur van zijn activiteiten in België, een machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden aanvragen, moet die machtiging toegekend worden indien zij het bewijs aanbrengen dat de vreemdeling die vervoegd wordt, over voldoende huisvesting beschikt om het familielid of de famil ...[+++]

Lorsque les membres de la famille visés à l'article 10, § 1, 4° à 6°, d'un étranger autorisé à séjourner en Belgique pour une durée limitée, fixée par la présente loi ou en raison de circonstances particulières propres à l'intéressé ou en rapport avec la nature ou la durée de ses activités en Belgique, introduisent une demande d'autorisation de séjour de plus de trois mois, cette autorisation doit être accordée s'ils apportent la preuve que l'étranger rejoint dispose d'un logement suffisant pour recevoir le ou les membres de sa fa ...[+++]


a) in de binnenvaart, het vaartuig dat niet voldoet aan de vereisten welke worden gesteld door het besluit van de Regent van 6 juli 1948 (artikel 5) en zoals het door latere besluiten is gewijzigd, inzake de minimumbemanning die zich aan boord van binnenschepen moet bevinden en dit voor de scheepsprestaties in België, Nederland en Frankrijk;

a) dans la navigation intérieure, le bateau ne satisfaisant pas aux exigences prévues par l'arrêté royal du Régent du 6 juillet 1948 (article 5) relatif à l'équipage minimum devant se trouver à bord des bateaux de navigation intérieure et ce pour le service de navigation en Belgique, aux Pays-Bas et en France tel qu'il a été modifié ultérieurement par d'autres arrêtés;


Ondanks de discussie tussen de heren Vandenberghe en Van Quickenborne over het al dan niet bestaan van een arrest van de Kamer van inbeschuldigingstelling, is het juist dat deze laatste geoordeeld heeft dat in België onmogelijk personen kunnen worden vervolgd die beschuldigd worden van oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid of volkenmoord, als ze zich niet in België bevinden. De KI steunt hiervoor op artikel 12 van het Wetboek van strafvordering volgens hetwelk de vermoedelijke dader zich in België moet bevinden.

Malgré la discussion à laquelle nous venons d'assister entre MM. Vandenberghe et Van Quickenborne, sur l'existence ou non d'un arrêt de la chambre des mises en accusation, il est vrai que cette dernière a considéré qu'il était exclu de poursuivre, en Belgique, des personnes accusées de crimes de guerre, de crimes contre l'humanité ou de génocide lorsque ces crimes ont été commis à l'étranger mais que l'auteur ne se trouve pas en Belgique et ce, eu égard à l'article 12 du Code de procédure pénale qui dit que l'inculpé doit se trouver en Belgi ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'belgië moet bevinden' ->

Date index: 2023-09-26
w