Art. 130. § 1. Met het oog op een doeltreffende uitoefening van de toezichtsbevoegdheden omschreven in titel 4 ten aanzien van de Belgische onderworpen entiteiten die bijkantoren, dochterondernemingen of andere vestigingsvormen zijn van onderworpen entiteiten die onder het recht van een andere lidstaat of een derde land ressorteren, werken de Belgische toezichtautoriteiten samen en wisselen zij alle nuttige informatie uit met de bevoegde toezichtautoriteiten van de betrokken lidstaat of van het betrokken derde land.
Art. 130. § 1. En vue d'exercer efficacement les compétences de contrôle définies au titre 4 à l'égard des entités assujetties belges qui sont des succursales, des filiales ou d'autres formes d'établissement d'entités assujetties relevant du droit d'un autre Etat membre ou d'un pays tiers, les autorités de contrôle belges coopèrent et échangent toutes informations utiles avec les autorités de contrôle compétentes de l'Etat membre ou du pays tiers concerné.