Ter zake van een belastingvordering die voor de toepassing van paragraaf 3 of 4 door een overeenkomstsluitende Staat wordt aanvaard, kan in die Staat bovendien geen enkel voorrecht worden verleend dat overeenkomstig de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat op die belastingvordering van toepassing zou zijn.
En outre, une créance fiscale acceptée par un Etat contractant aux fins du paragraphe 3 ou 4 ne peut se voir appliquer aucune priorité dans cet Etat en vertu de la législation de l'autre Etat contractant.