De vrijstelling waarvan hiervoor sprake is inderdaad, overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 52 van 29 december 1992, afhankelijk van, behoudens het bewijs van de verzending of van het vervoer van de goede
ren naar een andere lidstaat (eerste toepassingsvoorwaarde van de vrijstelling), het bewijs dat de levering
geschiedt voor een belastingplichtige of voor een niet-belastingplichtige rechtspersoon, die voor de belasting over de toegevoegde waarde geïdentificeerd is in een andere lidstaat (tweede t
...[+++]oepassingsvoorwaarde van de vrijstelling).
En effet, conformément à l'article 2 de l'arrêté royal no 52 du 29 décembre 1992, l'exemption dont question ci-avant est, outre la preuve de l'expédition ou du transport des biens dans un autre État membre (première condition d'application de l'exemption) subordonnée à la preuve que la livraison est effectuée pour un assujetti ou une personne morale non assujettie, identifiée à la taxe sur la valeur ajoutée dans un autre État membre (seconde condition d'application de l'exemption).