24. betreurt dat de lidstaten vaak van mening verschillen en gee
n gemeenschappelijk standpunt innemen ten aanzien van de betrekkingen met en ontwikkelingen in de landen van het Oostelijk Partnerschap; stelt met bezorgdheid vast dat de lidstaten onvoldoende begrijpen w
at het strategische belang van samenwerking en van een gemeenschappelijk standpunt in sommige kwesties is; roept op tot een diepgaande evaluatie van het nabuurschapsbeleid, met name ten opzichte van de oostelijke buurlanden, in
...[+++]het licht van de recente gebeurtenissen en ook in termen van concrete en tastbare maatregelen, in het bijzonder met betrekking tot de burgers van het Oostelijk Partnerschap;
24. déplore que les États membres affichent des avis divergents et ne prennent pas de position commune sur les relations avec les pays du partenariat oriental et sur l'évolutions de ceux-ci; note avec inquiétude le manque de compréhension des États membres quant à l'importance stratégique de la coopération et d'une position commune sur certaines questions; demande un réexamen complet de la politique européenne de voisinage, en particulier à l'égard des voisins orientaux, à la lumière des événements récents et en vue de mesures concrètes et tangibles, notamment vis-à-vis des citoyens des pays du partenariat oriental;