De voorzitter moet beschikken over de bekwaamheid om consensuele en niet-conflictueuze relaties met deze actoren te onderhouden, waaronder met name de Europese instellingen, de ministers, de nationaal betrokken administraties, waaronder de Algemene Directie Energie, de Raad van de Mededinging, de andere nationale en gewestelijke regulatoren, ACER, enz.
Le président doit disposer d'une aptitude à avoir des relations consensuelles et non conflictuelles avec ces acteurs, dont notamment les institutions européennes, les ministres, les administrations nationales concernées, dont la Direction générale de l'Energie, le Conseil de la concurrence, les autres régulateurs nationaux et régionaux, l'ACER, etc.
