Art. 10. Voor de verantwoording van de provisionele jaarlijkse toelage bedoeld bij artikel 7, § 1 komen alle betrekkingen vermeld in bijlage 3 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en voor de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd in aanmerking, behoudens de doctoren in de geneeskunde en de doctoren in de gespecialiseerde geneeskunde.
Art. 10. Pour la justification de la subvention annuelle provisionnelle visée à l'article 7, § 1 toutes les fonctions reprises à l'annexe 3 de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 15 mars 1999 relatif aux conditions générales d'agrément et d'octroi des subventions pour les services visés à l'article 43 du décret du 4 mars 1991 relatif à l'aide à la jeunesse, sont prises en considération, à l'exception des docteurs en médecine et docteurs en médecine spécialisé.