2. Wanneer de Voorzitter een stemming voor geopend heeft verklaard, mag niemand behalve hijzelf meer het woord voeren totdat de Voorzitter de stemming voor gesloten heeft verklaard.
2. Dès que le Président a déclaré ouvert un vote, aucune intervention autre que celle du Président lui-même n'est admise avant qu'il ait déclaré que le vote est clos.