1. Indien de ontvangende Lid-Staat van zijn onderdanen voor de toegang tot of de uitoefening van een der in artikel 1 bedoeld
e werkzaamheden het bewijs eist dat er voorheen geen faillissement heeft plaatsgehad en een dergelijk bewijs niet is begrepen in de overeenkomstig de artikelen 17 en 18 verstrekte inlichtingen, aanvaard
t deze Staat van de begunstigden een verklaring onder ede - of, in de Staten waar
niet in een eed is ...[+++]voorzien, een plechtige verklaring - welke door de betrokkene wordt afgelegd ten overstaan van een bevoegde rechterlijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst, welke een attest afgeeft dat deze eed of plechtige verklaring bewijskracht heeft.1. Lorsque l'État membre d'accueil exige de ses ressortissants, pour l'accès à l'une des activités visées à l'article 1er ou son exercice, la preuve qu'ils n'ont pas été déclarés antérieurement en faillite et que les informations délivrées, conformément aux articles 17 et 18, ne comportent pas de telle preuve, cet É
tat accepte des bénéficiaires une déclaration sous serment - ou, dans les États où une tel serment n'existe pas, une déclaration solennelle - faite par l'intéressé devant une autorité judiciaire ou administrative compétente, un notaire ou un organisme professionnel qualifié de l'État membre d'origine ou de provenance qui déliv
...[+++]rera une attestation faisant foi de ce serment ou de cette déclaration solennelle.