Om dezelfde reden is het niet mogelijk om, ten gunste van de grondwettigheid van de betwiste wet, het argument in aanmerking te nemen dat is afgeleid uit het feit dat de evolutie van het begrip gemeentebelang thans de gemeenten verplicht om, met hun algemene begroting, werken en uitgaven te financieren die vroeger werden gerealiseerd en gefinancierd op het uitdrukkelijk verzoek van de begunstigde inwoners dankzij de inkomsten van de sectiegoederen.
Pour la même raison, on ne saurait retenir, en faveur de la constitutionnalité de la loi litigieuse, l'argument déduit de ce que l'évolution de la notion d'intérêt communal oblige aujourd'hui les communes à financer, par leur budget général, des travaux et des dépenses qui étaient autrefois réalisés et financés, à la demande explicite des habitants bénéficiaires, grâce aux revenus des biens sectionnaires.
