11 bis. stelt vast dat op dit moment geen politieke overeenstemming bestaat over het aanmerken van het voor het Cohesiefonds en de structuurfondsen voorgestelde bedrag voor de periode 2000-2006 als uitgavendoelstelling van de EU; herinnert derhalve aan het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de opneming van financiële bepalingen in de wetgevingsbesluiten van 1 maart 1995; is van mening dat de vermelding van het volgens het voorstel van de Commissie voor dit Fonds voor de volgende programmeringsperiode toe te wijzen totaalbedrag van 218,4 mrd euro tegen prijzen 1999 moet worden gepresenteerd als een financiële referentie, ter illustratie van de wil van de wetgever, en de in het Verdrag vastgelegde
bevoegdheden van de ...[+++]begrotingsautoriteit hierdoor onverlet blijven; 11 bis. note qu'à l'heure actuelle il n'existe pas
d'accord politique concernant la qualification du montant proposé pour le Fonds de cohésion et les Fonds structurels pour la période 2000-2006 comme objectif de l'UE en matière de dépenses; renvoie par conséquent à l'accord interinstitutionnel du 01.03.1995 sur l'intégration des dispositions financières dans les actes législatifs; estime que la référence à la somme totale de 218,4 milliards d'euros aux prix de 1999 pour la prochaine période de programmation doit être présentée comme une référence financière illustrant la volonté de l'autorité budgétaire et n'affecte pas les pouvoirs de
...[+++] l'autorité budgétaire tels qu'ils sont définis dans le traité;