Welnu, de gedragingen die strafbaar gesteld worden op grond van artikel 23 van het Verdrag stem
men overeen met het begrip « begin van uitvoering », ten eerste omdat er sprake moet zijn van een voorstel tot ontmoeting gevolgd door materiële handelingen die uitmonden in die ontmoeting — onder andere het feit dat de dader zich naar de plaats van afspraak begeeft, zoals vermeld in het toelichtend verslag bij het Verdrag — en ten tweede omdat een specifiek oogmerk bij de dader aanwezig moet zijn, dat wil zeggen dat hij de bedoeling heeft een strafbaar feit te plegen zoals bedoeld
...[+++]in de artikelen 18, eerste lid, a), of 20, eerste lid, a), van het Verdrag.
Or, les comportements qui doivent être incriminés en vertu de l'article 23 de la Convention correspondent à la notion de commencement d'exécution vu, d'une part, qu'il doit y avoir proposition de rencontre suivie d'actes matériels conduisant à ladite rencontre — tels que, comme le mentionne le rapport explicatif de la Convention, le fait pour l'auteur de se rendre au lieu du rendez-vous — et que, d'autre part, il est exigé une intention spécifique de l'auteur, c'est à dire qu'e celui-ci doit avoir pour but de commettre une infraction visée aux articles 18, § 1 , a), ou 20, § 1 , a), de la Convention.