In afwijking van de artikelen 6 en 7 van de wet van 30 april 1958 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 254 en 255 van 12 maart 1
936 waarbij eenheid wordt gebracht in het regime van de pensioenen der weduwen en wezen van het burgerlijk rijkspersoneel en van de leden van het leger en van de rijkswacht en tot
instelling van een begrafenisvergoeding ten gunste van de rechthebbenden van gepensioneerde rijksambtenaren, genieten, bij het overlijden van de titularis van een rustpensioen, de rechthebbenden, of bij gebreke van rechth
...[+++]ebbenden, elke natuurlijke of rechtspersoon die bewijst dat hij de begrafeniskosten heeft gedragen, met ingang van 1 januari 2007, een begrafenisvergoeding onder dezelfde voorwaarden en volgens de regels van toepassing op 31 december 2005 krachtens het statuut van het personeel.Par dérogation aux articles 6 et 7 de la loi du 30 avril 1958 modifiant les arrêtés royaux n°s 254 et 255 du 12 mars 1936 unifiant les régimes de pensions des veuves et des orphelins du personnel civil de l'Etat et des membres de l'armée et de la gendarmerie et instituant une i
ndemnité de funérailles en faveur des ayants droit des pensionnés de l'Etat, lors du décès d'un titulaire d'une pension de retraite, les ayants droit, ou à défaut d'ayants droit, toute personne physique ou morale qui justifie avoir assumé les frais funéraires, bénéficient, avec effet au 1 janvier 2007, d'une indemnité de funérailles sous les mêmes conditions et sel
...[+++]on les règles applicables au 31 décembre 2005 en vertu du statut de personnel.