Dit koninklijk besluit bepaalt de nadere regels en modaliteiten in verband met de wijze waarop bij de indiening van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing het bewijs wordt geleverd dat de werknemers voor wie 50 pct. van de ingehouden bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de periode waarop die aangifte betrekking heeft, niet wordt gestort, inderdaad bij een hiervoor bedoelde werkgever actief waren als assistent-onderzoekers en/of postdoctorale onderzoekers.
Cet arrêté royal fixe les règles et modalités afférentes à la manière d'apporter la preuve, lors du dépôt de la déclaration au précompte professionnel, que les travailleurs pour lesquels 50 p.c. du précompte professionnel retenu n'est pas versé pour la période à laquelle se rapporte cette déclaration, ont été effectivement actifs auprès d'un employeur visé ci-avant en tant que chercheurs assistants et/ou chercheurs post-doctoraux.