Wanneer een bedrijfshoofd ten gevolge van overmacht of buitengewone omstandigheden niet in staat is de verplichtingen na te komen die gelden krachtens de uitvoeringsbepalingen voor de programma’s, moet hij toch aanspraak op de steun kunnen blijven maken.
Lorsque, en raison d'un cas de force majeure ou de circonstances exceptionnelles, un exploitant n'est pas en mesure de remplir les obligations prévues dans les modalités de mise en œuvre des programmes, le bénéfice de l'aide doit lui rester acquis.