De aangeklaagde discriminatie zou voortkomen uit het feit dat de strafr
echter, wanneer hij bedrieglijke onderwerping vaststelt van personen aan de R.S.Z (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid), op grond van artikel 35, derde lid, verplicht zou zijn om ambtshalve de veroordeling uit te spreken tot betaling van een vergoeding die het drievoud is van de bedrieglijk aangegeven bijdragen, zonder dat hij artikel 65 van het Strafwetboek, noch de artikelen 1, 3, 6 en 8 van de wet van 29 juni 1964 zou vermogen toe te passen, we
gens de burgerlijke aard van die veroordelin ...[+++]g.
La discrimination dénoncée proviendrait de la circonstance que le juge répressif, constatant l'assujettissement frauduleux de personnes à l'O.N.S.S (Office national de sécurité sociale), serait tenu, en vertu de l'article 35, alinéa 3, de prononcer d'office la condamnation à une indemnité égale au triple des cotisations déclarées frauduleusement, sans pouvoir appliquer ni l'article 65 du Code pénal, ni les articles 1, 3, 6 et 8 de la loi du 29 juin 1964, en raison du caractère civil de cette condamnation.