De prejudiciële vraag betreft het verschil in behandeling dat door artikel 42, eerste tot derde lid, van de op 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (hierna
kinderbijslagwet), gelezen in samenhang met artikel 70bis van diezelfde wetten, zoals beide van toepassing waren tussen de wetswijzigingen van 22 december 1989 en 21 april 1997, tot stand zou worden gebracht doordat voor de rangbepaling van de kinderen ter berekening va
n de omvang van het bedrag van de kinderbijslag, wél rekening
werd ...[+++] gehouden met geplaatste kinderen indien er slechts één rechthebbende was, terwijl geen rekening werd gehouden met geplaatste kinderen, indien er verschillende rechthebbenden waren.La question préjudicielle porte sur la différence de traitement que créerait l'article 42, alinéas 1 à 3, des lois relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés coordonnées le 19 décembre 1939 (dénommées ci-après loi relative aux allocations familiales), lu conjointement avec l'article 70bis de ces mêmes lois, tels que ces deux articles étaient en vigueur entre les modifications législatives du 22 décembre 1989 et du 21 avril 1997, en ce que, pour
la détermination du rang des enfants en vue du calcul du montant des allocations, il était tenu compte des enfants placés lorsqu'il n'y avait qu'un seul attributaire mais qu'i
...[+++]l n'en était pas tenu compte s'il y avait plusieurs attributaires.